Japanse Bobtail

De middelgrote Japanse Bobtail is een opvallende verschijning. Naast zijn bijzondere pomponstaart heeft hij een uitgesproken karakter. De levendige kat heeft een sterke persoonlijkheid waar u niet omheen kunt. Hij vraagt veel aandacht. De vachtverzorging is eenvoudig.

Karakter

Net zoals de meeste Oosterse katten, heeft de Japanse Bobtail een uitgesproken persoonlijkheid. Deze extravert heeft een levendig en onafhankelijk karakter. Hij is erg nieuwsgierig. Ten opzichte van soortgenoten is hij niet altijd even vriendelijk. Honden worden gewoonweg door hem genegeerd. Daarentegen is de speelse Japanse Bobtail een goed gezelschap voor kinderen. Hij is zeer gehecht aan zijn baasje. Deze kat heeft een zachte stem waar hij graag mee ‘zingt’. De Japanse Bobtail past zich net zo gemakkelijk aan op een leven in een appartementje als aan een buitenleven. Buiten toont hij zich een geboren jager en hij is dol op water. De verzorging van de vacht beperkt zich tot een wekelijkse borstelbeurt.

Uiterlijke kenmerken

Kleur

Op chocolate, lilac en colourpoint zijn alle kleuren bij de Japanse Bobtail toegestaan. Twee- en driekleurige dieren krijgen de voorkeur. Driekleurige poezen (Mi-Ké) worden het meest gewaardeerd. De aftekening moet duidelijk en scherp zijn en de kleuren egaal.

Lichaam, poten en staart

De Japanse Bobtail heeft een slank en lang lichaam. Ondanks zijn goed ontwikkelde spierstelsel, krijgt u niet de indruk dat deze kat een zware bouw heeft. Hij heeft lange, dunne poten, die allesbehalve fragiel of teer zijn. De achterpoten zijn langer dan de voorpoten. De voetjes zijn ovaal. Het belangrijkste uiterlijke kenmerk van de Japanse Bobtail is zijn pomponstaart. De staart mag maximaal 5 tot 8 cm lang zijn. Wanneer de staart uit meerdere delen is opgebouwd, is deze gekruld en geknikt.

Kop, oren en ogen

Het lijkt alsof Japanse Bobtails een lange kop hebben. Deze heeft de vorm van een gelijkzijdige driehoek. De jukbeenderen zijn hoog en goed zichtbaar. Bij niet-gecastreerde katers mogen de kaken vol zijn. De neus is lang en heeft een lichte stop ter hoogte van de ogen of daar net onder. De snuit is tamelijk breed, niet puntig, maar ook niet plat. De snorhaarkussentjes zijn goed zichtbaar. De Japanse Bobtail heeft grote, ovale ogen die wijd open staan. Vanaf de zijkant lijken de ogen schuingeplaatst te zijn. De oogkleur is in harmonie met die van de vacht. De oren zijn groot en staan goed rechtop. Ze staan ver uit elkaar, maar nooit naar buiten gericht. Wanneer de Japanse Bobtail in rust is, lijken de oren naar voren gebogen te zijn.

Vacht

De vacht van de Japanse Bobtail is kort of halflang. Het is zacht en zijdeachtig. Er is nauwelijks een echte ondervacht aanwezig. Soms is er een kraag aanwezig.