Bengaal

Bengalen zijn letterlijk huistijgers. Dit middelgrote tot grote kattenras laat nog veel natuurlijk gedrag zien en heeft een groot jachtinstinct. De Bengaal is van jongs af aan erg aanwezig en heeft veel beweging nodig. Wanneer dit ras een volwassen leeftijd heeft bereikt, is alles aan de Bengaal extreem. Spel, woede, maar ook tederheid; alles wat hij doet, doet hij in het extreme. Een rasgenoot is gewenst voor voldoende afleiding. De kortharige vacht van de Bengaal is gemakkelijk te verzorgen.

Karakter

De Bengaal is een kruising tussen de gedomesticeerde kat en de Aziatische luipaardkat. Wanneer de kat minimaal tot de vierde of zevende generatie vanaf de kruising behoort, is deze evenwichtig en gemakkelijk in de omgang. Let wel: de Bengaal zijn jachtinstinct en levendigheid zijn groter dan bij de gemiddelde kat! Katers zijn over het algemeen vriendelijker dan poezen. De Bengaalse poes is onafhankelijk en vol temperament: ze kan buitengewoon liefhebbend zijn, maar ook extreem in het uiten van haar woede. Kittens zijn baldadig. De Bengaal is meestal vriendelijk tegenover soortgenoten en honden, maar kan zich daarentegen ook erg wild gedragen. Deze kat houdt van beweging en heeft veel ruimte nodig. Wist u dat de Bengaal bovendien gek op water is? Naar zijn baasje toe is dit kattenras zeer eenkennig. Met veel aandacht, tijd en liefde maakt u de Bengaal even aanhankelijk als iedere andere kat. Bengaalse katten hebben een zachte stem. De verzorging van het ras is minimaal.

Uiterlijke kenmerken

Kleur

Bengalen komen voor in de bruine kleur ‘brown tabby’ en hebben een oranje ondergrond die gepaard gaat met een schitterende gouden gloed. De sneeuwbengaal heeft een ivoorkleurige ondergrond. Het patroon van de vacht kent nuanceverschillen in kleur.

Lichaam, poten en staart

Het lichaam van de Bengaal is krachtig, lang en groot. Hij heeft geen oosters uiterlijk, ondanks zijn Aziatische afkomst. Het beendergestel is robuust en het spierstelsel krachtig. De poten hebben een gemiddelde lengte, waarbij de achterpoten iets langer zijn dan de voorpoten. Net zoals het lichaam, zijn de botten en spieren van de poten sterk. De voeten zijn groot en rond en hebben zwarte voetzolen. De staart van de Bengaal heeft een gemiddelde lengte, is dik en loopt af in een ronde punt.

Kop, oren en ogen

Het hoofd van de Bengaal is vrij groot en is langer dan breed. Van het voorhoofd tot de neusrug is een lichte welving zichtbaar. De Bengaal heeft een brede, volle snuit en de jukbeenderen steken hoog uit. De neus is tamelijk groot en breed. De oren zijn klein en breed aan de basis. Ze hebben ronde uiteinden en zijn fier naar voren gericht. De ogen zijn groot, ovaal en staan ver uit elkaar. Ze zijn iets schuin geplaatst.

Vacht

Bengalen hebben een prachtige dikke, weelderige en zachte vacht. De haren zijn kort en fijn. De vacht heeft een ‘marbled’ of ‘spotted’ patroon. Bij een gemarmerd patroon zijn de strepen breed en hoekig gevormd, op de buik zijn kleine vlekken zichtbaar. Een spotted patroon kenmerkt zich door driehoekige of ronde, willekeurig geplaatste vlekjes.